(1) Freesparameters, freestemperatuur, snijomgeving, enz. zullen een zekere invloed hebben op de vorming van bramen.
(2) Hoe beter de plasticiteit van het werkstukmateriaal, hoe gemakkelijker het is om I-type bramen te vormen.
(3) Wanneer de hoek tussen het eindoppervlak van het werkstuk en het bewerkte vlak groter is dan een rechte hoek, kan de vorming van bramen worden onderdrukt vanwege de verhoogde ondersteuningsstijfheid van het eindoppervlak.
(4) Het gebruik van freesvloeistof is gunstig om de levensduur van het gereedschap te verlengen, de slijtage van het gereedschap te verminderen, het freesproces te smeren en vervolgens de braamgrootte te verkleinen.
(5) Slijtage van het gereedschap heeft een grote invloed op de vorming van bramen. Wanneer het gereedschap tot op zekere hoogte slijt, neemt de boog van de gereedschapspunt toe, niet alleen de grootte van de braam in de uittrederichting van het gereedschap neemt toe, maar ook in de snijrichting van het gereedschap.
(6) Andere factoren, zoals gereedschapsmateriaal, hebben ook een zekere invloed op de vorming van bramen.